De rijk versierde cartouche aan de gevel van het Zakkendragershuisje vermeldt  1653 als bouwjaar. Dat geldt wellicht de aanbouw voor het Zakkendragergilde en het bijbehorende torentje met de luidklok. Het geldt echter niet voor het Kraanhuis. Op kaarten die zijn gedateerd op 1632 is het Kraanhuis namelijk ook al ingetekend, nog zonder de aanbouw voor de de zakkendragers. Op een kaart uit 1573 van Jan Janszn Potter is op deze plaats aan de Kolk iets te zien dat weinig anders kan zijn dan dit sluisgebouwtje.

Het Kraanhuis

Prent van Gerrit Groenewegen, eind 18e eeuw (uitsnede). Links het Kraanhuis met de dubbele houten ombouw van de tredmolens. Hierin liepen tot 1836 de sluisknechten om de valdeur van de sluis te bedienen. Het Kraanhuis werd in het midden van de 16e eeuw gebouwd op een natuurstenen overkluizing.


De Nieuwe- of Oosthaven uit 1451 (later de Achterhaven) en destijds  volgens oude prenten weinig meer dan een flinke inham, werd tussen 1540 en 1560 landinwaarts verlengd. Die nieuwe haven kreeg een versmallende uitloop die, in een flauwe bocht vanaf de achterzijde van de Oude Kerk, doorliep tot aan de Voorstraat en de Kolk. Dat nieuwe gedeelte wordt op oude prenten ook wel het Achterwater genoemd. De meest aannemelijke beweegreden voor het graven die merkwaardige smalle uitloop van de Nieuwe Haven, is het tot stand brengen van een sluisverbinding met de Kolk. Dit werd daarmee de derde sluis rond de kolk die in de 16e eeuw was overwulfd en uitgerust met een valdeur. Zie de link hierboven en de in de eerste alinea gelinkte prent van Jan Janszn Potter.

De naam Kraanhuis refereert aan de hijskraan waarmee een sluisdeur kon worden opgehesen. De sluis bevond zich zich onder het kraanhuis tussen de Kolk en het Achterwater. Deze sluis kon worden afgesloten met een grote schuif- of schotdeur, die door middel van loopraderen werd opgetrokken. Dit gebeurde door de twee sluisknechten, die in een dubbele tredmolen liepen. De as tussen die tredmolens diende als windas om de schuifdeur op te hijsen. In die grote schotdeur waren ook nog vier kleinere schuiven, die door liggende windassen konden worden bediend. Dit mechanisme vulde nagenoeg de gehele ruimte.

De Aalbrechtskolk was een schutsluis. Door middel van grote sluisdeuren in zowel de Hoge Zeedijk als die bij de Oude Kerk kon de waterstand in de Kolk worden gereguleerd. Zo konden de schepen het verschil in waterstand tussen de Maas en de Schie overbruggen. De Maas stond in directe verbinding met de zee.

De sluis onder het Kraanhuis vormde een doorgang voor kleinere boten, om snel met hun lading van de Kolk naar de Achterhaven te kunnen varen en vice versa. Het was ook bedoeld als spui, mogelijk om de druk op de sluisdeuren bij de Oude Kerk te kunnen verminderen, waardoor ze gemakkelijker waren te openen.


Een schilderij van P.G. Vertin uit 1850 toont de Voorstraat zijde van het Kraanhuis, vanaf het Achterwater. Hij was een romantische schilder die niet bepaald bekend stond om zijn exacte weergave van de lokale topografie. Deze versie (er zijn er meerdere) klopt redelijk met de kaarten uit die tijd. Ik heb deze tekening vooral gebruikt om een indruk te geven hoe het water onder het Kraanhuis en de Voorstraat doorstroomde. 

NB. Op een kadasterkaart van 1811-1832 wordt dit water beschouwd als een deel van de Nieuwe Haven
(sinds de annexatie 1886 de Achterhaven). De weg erlangs, helemaal tot aan het Oosterhoofd bij de Maas, noemt men op de kaart het Achterwater


In 1836 raakte de kraansluis in onbruik en in 1850 werd het achterwater gedempt. 

Volgens de geschiedschrijver F.J. Kleijn werd de kraansluis in 1836 gedicht met een keermuur met daarin tot 1850 een kleine valdeur om te kunnen spuien naar het Achterwater. De hijstoestellen in het Kraanhuis werden verwijderd. Er ontstond ruimte voor “de brandspuit Nº 3” en een lokaal voor de nachtwacht, met elk een eigen ingang met boogdeur.

De recente foto hieronder toont het Kraanhuis en het Zakkendragershuisje vanaf ongeveer dezelfde positie als het schilderij hierboven. Aan de foto’s uit verschillende periodes en de historische prenten is goed te zien dat er in de loop der eeuwen nogal wat aan het uiterlijk van het Kraanhuis en het Zakkendragershuisje is verbouwd. De twee deuren in het kraanhuis die op de prent hier boven te zien zijn komen we ook tegen op oude foto’s. Bij de renovatie in 1964 zijn ze dichtgemetseld. Toen zijn in de zijgevel ook vier 17e eeuwse gevelstenen van elders afgebroken historische panden aangebracht.

2017

Op de gewassen pentekening van L.J. Lehman 1866, hierboven, zien we dezelfde vier vensters als op de tekening van Groenewegen. Er zijn alleen twee boogvensters bijgekomen op de plaats van de tredmolens. De foto hieronder toont twee dubbele vensters. Die zijn tegenwoordig enkelvoudig.

Kraanhuis 1913

De foto uit 1913 hierboven laat het kraanhuis zien met een grote deur in de zijmuur, waarschijnlijk om het in en uit rijden van de spuitwagen van de brandweer mogelijk te maken. Die werd, zoals hierboven vermeld, hier gestald nadat de kraaninstallatie was verwijderd. Deze poort is bij de renovatie weer dichtgemaakt. 

Het Kraanhuis in de jaren zestig, voor de restauratie. Het pand deelt hier nog een aantal karakteristieke uiterlijke kenmerken met het kraanhuis op de prent van P.G. Vertin uit 1850, zoals de opvallende boogdeuren, die bij de renovatie zijn verdwenen. Het was dus geen restauratie want de historische waarde als erfgoed werd ondergegeschikt geacht aan de toebedachte gebruikswaarde.

Zakkersdragershuis voor restauratie

En in 2005

Blijkbaar is er in de loop der tijd weinig cultuurbewust met dit belangrijke erfgoed omgesprongen. Er is erg veel aan het huisje verbouwd. De overkluizing in de kademuur van blauwe Arduin lijkt onderanderd. Die originele natuursteen in de kademuur van de Kolk is op veel plaatsen vervangen door baksteen. Je gaat je afvragen hoeveel er verder nog daadwerkelijk uit de 16e of 17e eeuw dateert.

Na enkele aanpassingen in 2019 werd het Kraanhuis (plus Zakkendragershuisje) In 2021 zowel inwendig als uitwendig vakkundig gerestaureerd doorStadsherstel Historisch Rotterdam. Het Zakkendragershuisje is aan het Kraanhuis vastgebouwd.

51°54'33.2"N 4°26'55.8"E