Sinds haar totstandkoming rond 1400 is Delfshaven als voorhaven van Delft in het bezit geweest van een groeiend aantal scheepswerven. Naast de branderij en geneverstokerij was de visserij en visverwerking de belangrijkste bron van inkomsten. Niet zonder reden is de 

haring naast water en graan als symbool voor Delfshaven weergegeven in het latere stadswapen. Het lag dus voor de hand dat er al snel scheepsbouw- en scheepsreparatiewerven ontstonden om de visserij te bedienen. 

Aanvankelijk ontstonden er in de vijftiende eeuw scheepswerven voor de bouw en het onderhoud van haringbuizen zie pop-up en in mindere mate de walvisvaarders. De walvisvaart heette de “kleine visserij” en de haringvissers vielen onder de “grote visserij”. Deze benaming duidde op de grootte en het belang van de bedrijfstak, niet de grootte van de (wal)vissen. Scheepsbouw leverde werk op voor o.a. timmerlieden, smeden, touwslagers, taanders en zeilmakers. Vele ambachtslieden konden hiermee hun brood verdienen.

De VOC – werf aan de Buizenwaal, eind 18e eeuw

Aan het begin van de zeventiende eeuw begon de VOC-Delft haar schepen te bouwen in Delfshaven. Aanvankelijk huurde men een werf maar in 1672 beloot men een eigen werf op te richten waarbij een groot zee-magazijn werd gebouwd aan de Achterhaven. Het uitgestrekte werfterrrein lag aan de Buizenwaal en liep tot aan de Rotterdamsche Dijk, de huidige Havenstraat. Er zijn in totaal 111 kleinere VOC-schepen gebouwd op de Compagnieswerf. Meer hierover vindt u op de pagina Zeemagazijn der VOC kamer Delft.

De Buizenwaal is een in 1601 aangelegde haven om het vanwege de succesvolle haringvisserij groeiend aantal Buizen (of buysen), dat zijn kleine haringschepen, een veilige afmeerplaats te bieden. 

Overigens werden dergelijke grote en zware oorlogsschepen vanwege de verzande Maas op de Delfshavense en in Rotterdamse werven gebouwd als leeg casco (met minimale diepgang). Als zodanig werden ze dan naar de Marinehaven in Hellevoetssluis gesleept waar ze werden afgebouwd, voorzien van ballast, opgetuigd en bewapend. 

Afbeelding: Admiraliteitswerf te Rotterdam – Gerrit Groenewegen

.

Het linieschip was trouwens niet de eerste “Delft” die van stapel liep. Er waren minstens twee eerdere schepen met dezelfde naam. Dat waren schepen van de VOC gebouwd op de Delfshavense VOC-werf. De hachelijke avonturen van de (nieuwe) Delft: Boek(pdf) Transcript(pdf)

Scheepswerf De Hoog ten oosten van de Achterhaven aan de Middenkous, een tekening uit 1881.

Keldermakerswerf

Aan de Hoge Zeedijk richting Rotterdam, ter hoogte van Schoonderloo, lag de Keldermakerswerf. Dat was geen scheepswerf maar een timmerwerf waaraan bedrijven stonden die kelderkisten maakten. Kelderkisten werden veel gebruikt in de jeneverindustrie voor de opslag en het vervoer van flessen. De tekening, met het water van de Oostkous op de voorgrond, dateert uit 1895. Op de foto uit ca. 1910 hieronder is dezelfde werf ook te zien achter de rond 1875 aangebrachte afdamming in de Kous. Dat kon toen vanwege de in 1874 gebouwde Ruigeplaatsluis. Daarmee bleef de haven toegankelijk voor schepen vanaf de Maas. Delfshaven lag eindelijk binnendijks, beschermd tegen de grillen van de Noordzee.

Naast het Westerhoofd langs de Maas lag in 1877 de werf van De Ridder, voorheen Van Duyl en De Kruyff.

Later werd hier Scheepswerf “Delfshaven” opgericht, hier gezien vanaf de doorgang naar de Maas vanaf de Kous en de Voorhaven. De foto dateert van 1898. De molens die we hier zien zijn het “Vertouwen” en in de verte de kap en wieken van de “Hoop”. Die laatste, aan de Watergeusstraat, is in 1908 gesloopt.

We richten onze blik nu meer naar rechts. Vanaf de westzijde van de Kous in de Buizenwaal, aan het eind waarvan we in de verte de st. Antoniuskerk in de Havenstraat zien. Links ligt de scheepswerf “Delfshaven”.

Aan de westkant van de Ruigeplaat bevond zich in de 19e eeuw een zalmvisserij. Dit terrein werd in 1895 door Bartel Wilton, die al een werf had aan de Parkkade, opgekocht voor de aanleg van een nieuwe werf. 
De foto hierboven toont de werf in 1904, het jaar van de ingebruikname. In 1920 begon Bartel Wilton met het verhuizen van het grootste gedeelte van de werf naar Schiedam.

Op de voorgrond de werf van Bartel Wilton op de Ruigeplaat. Linksboven de nieuwe wijk Bospolder. Rechts op deze foto uit 1925 zijn de Schiemond, de Middenkous en de Voor- en Achterhaven zichtbaar.

Hieronder een winterse foto uit 1927 van de voormalige scheepswerf van Bartel Wilton en de Schiehaven, gezien vanuit het westen. (Youtube bron van de afbeelding)  Klik op de afbeelding voor een grote versie.

De drijvende bok ‘Titan’ bij schepen in de haven van de oude scheepswerf Wilton te Delfshaven – 1939

De Delfshavense scheepswerven waren te vinden op en nabij de havenhoofden.